Weerbaar Europa en sterkere Nederlandse regio’s
De overheid draagt bij aan een weerbaar Europa en het versterken van de Nederlandse regio’s om de nationale doelen te realiseren. Dat gebeurt door gerichte bijdragen aan Europese en regionale programma’s en door samenwerking bij Europese beleidsopgaven van nationaal belang.
Hoe staat Nederland ervoor?
In 2023 vallen nog drie provincies buiten de top-30 van de meest competitieve regio’s in de EU (Groningen, Friesland en Zeeland). Vijf Nederlandse provincies staan in de top-tien.
Wat is onze ambitie?
Onze ambities voor dit strategisch doel zoals opgenomen in het regeerprogramma van het kabinet-Schoof zijn:
- Alle Nederlandse provincies behoren tot de top-30 van de meest competitieve regio’s in de EU (waarvan zes bij de top-tien).
Een aanzienlijk deel van vooral de noordelijke COROP-gebieden heeft in 2023 nog een bbp onder het EU-gemiddelde. Meer over positie van Nederlandse regio’s qua arbeidsproductiviteit.
Nederlandse provincies in de Regional Competitiveness Index 2023 (EU27=100)
Provincie | Index 2022 |
---|---|
Utrecht | 151,1 |
Zuid-Holland | 142,5 |
Noord-Brabant | 140,6 |
Noord-Holland | 140,6 |
Flevoland | 140,6 |
Gelderland | 135,7 |
Limburg | 131,4 |
Overijssel | 125,5 |
Groningen | 120,2 |
Drenthe | 119,3 |
Zeeland | 118,6 |
Friesland | 117 |
Bruto Binnenlands Product (bbp) Marktprijzen per COROP-regio, 2022 (miljoen euro)
COROP naam | BBP-index 2020 |
---|---|
Oost-Groningen | 3987 |
Delfzijl e.o. | 2113 |
Overig Groningen | 26466 |
Noord-Friesland | 12891 |
Zuidwest-Friesland | 4701 |
Zuidoost-Friesland | 7898 |
Noord-Drenthe | 7035 |
Zuidoost-Drenthe | 6054 |
Zuidwest-Drenthe | 5345 |
Noord-Overijssel | 18444 |
Zuidwest-Overijssel | 6488 |
Twente | 28240 |
Veluwe | 33874 |
Achterhoek | 15739 |
Arnhem-Nijmegen | 34217 |
Zuidwest-Gelderland | 11586 |
Utrecht | 88660 |
Kop van Noord-Holland | 13652 |
Alkmaar e.o. | 10011 |
IJmond | 8807 |
Agglomeratie Haarlem | 8858 |
Zaanstreek | 6398 |
Groot-Amsterdam | 143258 |
Het Gooi en Vechtstreek | 12781 |
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek | 18672 |
Agglomeratie 's-Gravenhage | 45600 |
Delft en Westland | 14119 |
Oost-Zuid-Holland | 13182 |
Groot-Rijnmond | 89834 |
Zuidoost-Zuid-holland | 19043 |
Zeeuwsch-Vlaanderen | 5308 |
Overig Zeeland | 12531 |
West-Noord-Brabant | 35162 |
Midden-Noord-Brabant | 22568 |
Noordoost-Noord-Brabant | 35182 |
Zuidoost-Noord-Brabant | 50404 |
Noord-Limburg | 13985 |
Midden-Limburg | 10623 |
Zuid-Limburg | 29497 |
Flevoland | 17303 |
Zie voor meer zicht op ontwikkelingen van de regionale economie het dashboard Regionaal-economische kengetallen.
Hoe gaan we dat realiseren?
Dat doen we met de volgende tactische doelen die deels nog in ontwikkeling zijn en de komende tijd worden uitgewerkt :
- Bijdragen aan Europese programma’s voor economische veiligheid, groeivermogen en grondstofafhankelijkheid;
- Gericht regionaal samenwerken op de nationale doelen;
- Gericht internationaal samenwerken;
- De economische ontwikkelingen in Caribisch Nederland stimuleren.
Gericht samenwerken op nationale doelen
We werken samen met de regio via gezamenlijke agenda’s, regio-ambassadeurs en gezamenlijke ROM’s. In de afgelopen jaren zijn er diverse samenwerkingen opgezet tussen het ministerie van Economische Zaken (EZ) en regionale overheden. Er zijn gebiedsgerichte samenwerkingen zoals de Strategische Agenda Brainport en de Economische Agenda Groningen en meer thematische samenwerkingen zoals de Retailagenda en het Kennis- en Innovatieconvenant. Daarnaast levert het Rijk in overleg met de regio’s maatwerk bij de inzet van Europese beleidsinstrumenten als Interreg, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Just Transition Fund (JTF ) en European Digital Innovation Hubs (EDIH’s).
Inzet regioambassadeurs
De vijf regioambassadeurs van het ministerie van EZ zijn de spil in de samenwerking tussen Rijk en regio. Ze signaleren kansen en knelpunten in de regio en leggen verbindingen tussen ondernemers onderling en tussen ondernemers, bestuur en wetenschap. De regiofunctie werkt twee kanten op. Enerzijds door ontwikkelingen, ambities en zorgen van de regio op de juiste plek in het ministerie aan de orde te brengen. En anderzijds door het landelijke bedrijvenbeleid in een regio uit te dragen.
Inzet regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's)
De Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) hebben als doel om de regionale economie te versterken. Er zijn in Nederland inmiddels in totaal negen ROM’s waarin zowel Rijk als regio in deelnemen in een landelijk dekkend netwerk. De ROM’s streven naar een duurzame groei van de regionale economie en willen daarbij de werkgelegenheid stimuleren.
De (economische) ontwikkelingen in de Caribische delen van het Koninkrijk stimuleren
Met de Bijdrage Caribische delen van het Koninkrijk Nederland zorgen we dat basisvoorzieningen op orde zijn, investeren in verduurzaming en stimuleren duurzame economische ontwikkeling en ondernemerschap op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daarnaast werken we samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan brede economische ontwikkeling en verduurzaming aldaar.
Om welke bedragen gaat het?
Voor verslagjaar 2023 stond er op de ontwerpbegroting 2025 van het ministerie van Economische Zaken ongeveer 166 miljoen euro aan uitgaven vanuit het bedrijvenbeleid die aan dit strategische doel zijn te koppelen. Dit is inclusief het budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen in het geval van fiscale instrumenten.
Hoe evalueren wij de effecten?
In 2022 zijn de ROM’s geëvalueerd. Die evaluatie schetst over het geheel een positief beeld van de toegevoegde waarde van de ROM’s. Die meerwaarde zit vooral in de geïntegreerde aanpak van investeren, innoveren en internationaliseren in de regio waarbij gelijktijdig de verbindingen met landelijk beleid worden georganiseerd. De evaluatie laat bovendien zien dat elke door een ROM geïnvesteerde euro met een factor drie tot zes doorwerkt op het vlak van private financiering.
In 2025 verschijnen de resultaten van een beleidsevaluatie van EFRO
Een gezamenlijk onderzoek door het ministerie van EZ, het CBS en RVO gaat dieper in op de vraag of de ROM’s zich richten op moeilijk financierbare innovatieve bedrijven. Het laat zien dat die bedrijven inderdaad vaker innovatief zijn, inderdaad een groter financieel risico vertegenwoordigen en hoe hun bedrijfsprestaties zich over een periode na de participatie ontwikkelen.
Lees hier meer over dit onderzoek naar ROM-participaties.
Gerelateerde instrumenten
- EuroQCI (KD)
- Cofinanciering EFRO incl. Interreg
- EuroHPC (RVO)
- IPCEI Micro elektronica (ME2)
- Bijdrage DG B&I aan Agentschappen (HGIS)
- Bijdrage RVO (HGIS)
- Kapitaalverstrekking aan Regionale Ontwikkelings Maatschappijen
- Just Transition Fund
- Internationaal Innoveren
- Bijdrage Caribische delen van het Koninkrijk Nederland