Omvang financiering
De omvang van bancaire kredietverlening daalt, terwijl de omvang van alternatieve financiering stijgt.
Omvang bancaire kredietverlening daalt
Het totale volume aan uitstaande kredietverlening is de uitkomst van de beschikbaarheid van bankleningen (aanbod), de behoefte naar bankleningen (vraag) en aflossingen.
In de periode 2013-2017 is er sprake van een aanzienlijke daling van de uitstaande kredietverlening, mede door een stijging van de (vrijwillige) aflossingen. Daarna was er min of meer sprake van een stabilisatie die sinds begin 2022 weer wordt opgevolgd door een verdere daling. Dit hangt vermoedelijk samen met een combinatie van vraag- en aanbodfactoren. Zo blijkt uit de Financieringsmonitor dat de behoefte aan externe financiering al enkele jaren terugloopt. Daarnaast is de solvabiliteitspositie van bedrijven verbeterd waardoor zij makkelijker uit eigen middelen kunnen financieren en is de rente in de afgelopen jaren toegenomen. Bedrijven die buiten bestaande digitale beoordelingsprocessen vallen, komen moeilijker aan financiering.
Het aantal mkb-bedrijven met bankkrediet daalde gestaag in de afgelopen tien jaar: van bijna 828 duizend klanten naar zo’n 414 duizend eind 2023. Dit blijkt uit statistieken van De Nederlandsche Bank (DNB). Mogelijk komt dit doordat mkb’ers vaker op zoek zijn gegaan naar alternatieve financiering, of vaker intern zijn gaan financieren.
Uitstaande kredietverlening totaal mkb, 2013 - 2023 (€ mld)
Kredietverlening Nederlandse grootbanken aan Nederlands midden- en kleinbedrijf (€mld) | |
---|---|
2013-K3 | 145 |
2013-K4 | 143 |
2014-K1 | 142 |
2014-K2 | 140 |
2014-K3 | 138 |
2014-K4 | 135 |
2015-K1 | 134 |
2015-K2 | 135 |
2015-K3 | 133 |
2015-K4 | 130 |
2016-K1 | 127 |
2016-K2 | 126 |
2016-K3 | 126 |
2016-K4 | 124 |
2017-K1 | 123 |
2017K2 | 126 |
2017K3 | 126 |
2017K4 | 127 |
2018K1 | 127 |
2018K2 | 128 |
2018K3 | 127 |
2018K4 | 127 |
2019K1 | 128 |
2019K2 | 127 |
2019K3 | 126 |
2019K4 | 125 |
2020K1 | 125 |
2020K2 | 123 |
2020K3 | 123 |
2020K4 | 121 |
2021K1 | 124 |
2021K2 | 123 |
2021K3 | 123 |
2021K4 | 122 |
2022K1 | 124 |
2022K2 | 124 |
2022K3 | 123 |
2022K4 | 122 |
2023K1 | 120 |
2023K2 | 119 |
2023K3 | 117 |
2023K4 | 114 |
Omvang alternatieve financiering stijgt
De bank is en blijft de belangrijkste kredietverlener voor ondernemers. Van de ondernemers met een financieringsbehoefte stapt volgens de Financieringsmonitor 60 procent direct naar de bank om de mogelijkheden te bespreken. Op de mkb-financieringsmarkt zijn banken de laatste jaren echter minder dominant geworden. Alternatieve financiers zijn in opkomst. Hoewel klein vergeleken met de omvang van andere non-bancaire financiering, zitten durfkapitaal en crowdfunding in de lift. Het is echter private equity dat in 2022 echt een opvallende toename laat zien. Dit heeft echter een eenmalige oorzaak: in dat jaar heeft een omvangrijke buyout plaatsgevonden. Hoewel het bedrag aan buyouts daardoor enorm steeg, nam het aantal buyouts in 2022 af ten opzichte van het voorgaande jaar.
Ontwikkelingen non-bancaire financiering, 2020 - 2022 (€ mln)
| 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|
equipment lease | 6631 | 6896 | 6916 |
factoring | 4815 | 5843 | 8037 |
private equity | 7267 | 6269 | 10112 |
durfkapitaal | 790 | 1843 | 1067 |
crowdfunding | 417 | 656 | 972 |
direct lending | 209 | 311 | 534 |
mkb-beurs | 23 | 24 | |
kredietunies | 20 | 6 | 13 |
Stijging durfkapitaal
Durfkapitaal richt zich op investeringen met een hoog risicoprofiel. Bancaire financiering is hiervoor minder geschikt vanwege de onzekerheden. Vaak hebben de betreffende bedrijven nog geen stabiele kasstromen en wordt gefinancierd op toekomstige verwachtingen.
De omvang van durfkapitaalinvesteringen in Nederland bedroeg in 2023 ongeveer 2,2 miljard euro. Uitgedrukt als percentage van het bbp is dat 0,2 procent. Hiermee neemt Nederland een vijfde positie in binnen Europa. Luxemburg kent relatief veel durfkapitaalinvesteringen en Italië relatief weinig.
Durfkapitaalinvesteringen als % van bbp: selectie van Europese landen, 2022-2023
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Nederland | 0,217579197 | 0,510111947 | 0,28931354 | 0,214444834 |
Duitsland | 0,093084498 | 0,238122812 | 0,163293782 | 0,107056307 |
Frankrijk | 0,266443226 | 0,411870883 | 0,476467964 | 0,264970764 |
Zweden | 0,387230132 | 0,394752527 | 0,391218571 | 0,251683448 |
België | 0,161114777 | 0,301644199 | 0,202479699 | 0,174299029 |
Verenigd Koninkrijk | 0,317755937 | 0,621073482 | 0,319408195 | 0,280799706 |
De durfkapitaalinvesteringen in Nederland stegen in de periode 2015-2021 sterk, maar dalen daarna. Deze ontwikkeling is ook zichtbaar in Duitsland en Frankrijk. Niettemin is de omvang van durfkapitaalinvesteringen in Nederland meer dan verzesvoudigd. De groei in Nederland was in die periode relatief veel sterker dan bij de grote drie: Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In geld gemeten weten voornamelijk buitenlandse durfkapitalisten de Nederlandse markt goed te vinden.
Waarom in Nederland de stijging het grootst is, is niet duidelijk. De sterke stijging in Nederland komt grotendeels door een enkele zeer grote investeringen, maar ook het aantal investeringen in kleinere bedragen is toegenomen, voornamelijk tussen één en vijf miljoen euro.
Durfkapitaalinvesteringen: selectie van Europese landen, 2007-2023 (in € mln) (2007 = 100)
Verenigd Koninkrijk | Frankrijk | Duitsland | Nederland | |
---|---|---|---|---|
2007 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2008 | 121,3 | 161,2 | 195,7 | 138,8 |
2009 | 79,7 | 114,8 | 126,8 | 106,1 |
2010 | 88,7 | 134,3 | 135 | 57,6 |
2011 | 84,8 | 182,2 | 155,8 | 123,1 |
2012 | 103,3 | 129 | 128,1 | 83,2 |
2013 | 82,4 | 174,7 | 108,6 | 80,4 |
2014 | 108,4 | 174,1 | 187,3 | 140,3 |
2015 | 140 | 289,5 | 178,6 | 164 |
2016 | 130,1 | 267,6 | 211,2 | 152,3 |
2017 | 181,8 | 250,9 | 283,2 | 210 |
2018 | 221,3 | 320,4 | 351,2 | 229,1 |
2019 | 330,2 | 356,7 | 481,8 | 299,2 |
2020 | 284,2 | 333,1 | 315,5 | 349,2 |
2021 | 618,2 | 560,4 | 864,3 | 877,4 |
2022 | 351 | 685,4 | 636,5 | 548 |
2023 | 327,8 | 404,7 | 445 | 445,2 |