Innovatieactiviteiten
Cijfers over 2018 tot 2020 tonen een stijging van innovatieve bedrijven ten opzichte van het totaal aantal bedrijven. Nederland bevindt zich nu weer op een positie boven het EU-gemiddelde. Ook is de positie van Nederland verbeterd bij de omzet die bedrijven hebben behaald met nieuwe en sterk verbeterde producten, maar de score is nog aanzienlijk lager dan gemiddeld in de EU.
Aandeel innovatieve bedrijven gestegen tot boven het EU-gemiddelde
Het aandeel innovatieve bedrijven in Nederland kent een wat grillig patroon. Het percentage innovatieve bedrijven steeg in 2016 naar 60 procent, een aanzienlijke verbetering na de dip in 2012 (51 procent). In 2018 daalde het fors tot 50 procent en in 2020 steeg het tot 56 procent. Daarmee heeft Nederland net als in vroegere jaren weer een positie boven het EU-gemiddelde. In 2022 was het percentage innovatieve bedrijven opnieuw 56 procent. Het EU-gemiddelde over 2022 is (nog) niet beschikbaar.
Aandeel innovatieve bedrijven, totaal, 2010-2022 (% van het totaal aantal bedrijven)
Nederland | EU-gemiddelde | |
---|---|---|
2010 | 57% | 53% |
2012 | 51% | 49% |
2014 | 55% | 49% |
2016 | 60% | 51% |
2018 | 50% | 50% |
2020 | 56% | 53% |
2022 | 56% | n.n.b. |
Metingen vanaf 2018 met vernieuwde innovatie-enquête
Het Europese statistische bureau Eurostat vraagt elke twee jaar uitgebreide informatie over innovatieactiviteiten van bedrijven. Het CBS verzamelt deze gegevens voor Nederland en verstuurt hiervoor een vragenlijst naar bedrijven. Vanaf 2018 wordt de innovatie-enquête gehouden volgens een nieuwe methodiek. Er is niet langer een onderscheid tussen technologische en niet-technologische innovatie. Ook het ontwerp van de innovatie-enquête werd vernieuwd. Hierdoor zijn de cijfers vanaf 2018 minder goed te vergelijken met die van eerdere jaren.
De herziening van de innovatie-enquête kan van invloed zijn geweest op de uitkomsten voor Nederland bij het aandeel innovatieve bedrijven en het omzetaandeel van nieuwe en verbeterde producten. Het CBS werkt aan een analyse waarin nadere duiding wordt gegeven bij de daling van het aandeel innovatieve bedrijven en het omzetaandeel van nieuwe en sterk verbeterde producten in 2018 ten opzichte van 2016 en 2014 in relatie tot die herziening. In die analyse is er speciale aandacht voor de rol die de vernieuwing van de innovatie-enquête hierbij kan hebben gespeeld.
Omzet met innovatieve producten gestegen, maar nog fors lager dan het EU-gemiddelde
Vanaf 2018 andere meting
Voorheen werd in de innovatie-enquête de omzet gemeten die behaald is met technologisch nieuwe en verbeterde producten. Vanaf het verslagjaar 2018 wordt ook de omzet meegenomen die behaald is met producten die niet-technologisch zijn vernieuwd. Concreet gaat het daarbij om veranderingen in het ontwerp van producten.
Stijging omzetaandeel van nieuwe en verbeterde producten
In onderstaande grafiek zien we dat in de periode 2014-2018 in Nederland het omzetaandeel van nieuwe en verbeterde producten steeds daalde. Ondanks de bredere definitie daalde dit in 2018 zelfs naar acht procent. Sinds 2020 is er sprake van een doorbreking van die neerwaartse ontwikkeling. Het percentage innovatieve bedrijven heeft zich hersteld, wat samen is gegaan met een stijging van het omzetaandeel van nieuwe en verbeterde producten naar negen procent.
Opvallend is dat Nederland systematisch achterblijft bij het gemiddelde in de EU. Een mogelijke verklaring is dat relatief veel innovatieve Nederlandse producten in andere landen worden geproduceerd (terwijl ze wel in Nederland ontwikkeld zijn). Dan tellen ze niet mee in de omzet van bedrijven in Nederland. Bedrijven doen dat vaak vanuit kostenoverwegingen. Dichtbij de markt produceren heeft ook als voordeel dat je bepaalde kenmerken van het product beter kunt afstemmen op lokale voorkeuren.
Omzetaandeel van nieuwe of sterk verbeterde producten, 2010-2022 (%)
Nederland | EU-gemiddelde | |
---|---|---|
2010 | 10% | 13% |
2012 | 12% | 12% |
2014 | 11% | 13% |
2016 | 10% | 13% |
2018 | 8% | 13% |
2020 | 9% | 13% |
2022 | 9% | n.n.b. |