Arbeidsproductiviteit
Nederland staat in 2024 op de tiende plaats op de ranglijst van landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Nederland is de afgelopen tien jaar gedaald op deze ranglijst. Dit komt mede doordat de arbeidsproductiviteit sinds 2008 nauwelijks meer stijgt. De groei van arbeidsproductiviteit blijft achter bij die van de VS en de andere top 10-landen. Oorzaak lijkt de terugloop in de aardgaswinning en de productiviteitprestaties van zzp-ers.
Nederland in top tien wereldwijd
Arbeidsproductiviteit betekent hoeveel (toegevoegde) waarde een werknemer gemiddeld toevoegt in een gewerkt uur. Internationaal gezien is de arbeidsproductiviteit in Nederland al jaren hoog: bedrijven zijn vernieuwend en werken efficiënt.
In 2014 stond Nederland nog op de zesde plaats. De daling op de ranglijst komt deels door een aangepaste manier van berekenen. Om het niveau van arbeidsproductiviteit tussen landen te vergelijken, wordt gekeken naar de hoeveel tijd die iemand moet werken om een bepaald ‘mandje’ met producten te kunnen kopen in een bepaald jaar (koopkrachtpariteit). Voor het jaar 2017 zijn de niveaus van arbeidsproductiviteit op basis van nieuwe koopkrachtpariteiten aangepast. Mede door die aanpassing daalde Nederland op de ranglijst.
De daling op de ranglijst kwam ook doordat de arbeidsproductiviteit in Nederland de laatste jaren minder steeg dan in andere top-10-landen (zie onder). Luxemburg heeft de hoogste arbeidsproductiviteit, gevolgd door Noorwegen. Beide landen scoren vooral gunstig door hun productiestructuur (Luxemburg: financiële sector; Noorwegen: aardolie- en aardgasproductie).
Top 10 landen met hoogste niveau van arbeidsproductiviteit (in gewerkte uren), 2022-2024 (in 2022 US $)
2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|
Luxemburg | 129 | 125 | 126 |
Noorwegen | 106 | 105 | 106 |
Denemarken | 98 | 100 | 101 |
Zwitserland | 98 | 97 | 97 |
België | 96 | 96 | 97 |
Zweden | 96 | 95 | 96 |
Verenigde Staten | 92 | 93 | 94 |
Oostenrijk | 93 | 91 | 91 |
Duitsland | 91 | 90 | 90 |
Nederland | 90 | 89 | 90 |
Het mkb is bovengemiddeld productief
Het midden- en kleinbedrijf (mkb, tien tot 250 werkzame personen) heeft internationaal gezien een zeer hoge productiviteit. Zzp’ers en het microbedrijf blijven internationaal gezien achter in productiviteit. Dat lijkt vooral te komen doordat de productiviteit van zzp’ers lager is dan van ondernemingen met twee of meer werkzame personen.
Toegevoegde waarde per werkzame persoon in de business economy, 2018 (in duizenden dollars)
| Micro (1-9 werknemers) | Klein (10-49 werknemers) | Middel (50-249 werknemers) | Groot (250 of meer werknemers) |
---|---|---|---|---|
Denemarken | 120595,3 | 75556,85 | 97714,89 | 110816,9 |
Verenigd Koninkrijk | 80920,85 | 61755,96 | 81315,89 | 87870,49 |
Nederland | 63918,55 | 78700,97 | 106118,6 | 86037,02 |
Frankrijk | 63197,7 | 73532,4 | 83939,15 | 99143,95 |
Duitsland | 58353,62 | 61413,18 | 77240,57 | 102921,8 |
Vergelijking Nederland met VS en EU
Voor Nederland, als één van de toplanden, is een historische vergelijking met de Verenigde Staten (VS) interessant. De VS hadden na de Tweede Wereldoorlog wereldwijd lange tijd de hoogste productiviteit. Tegenwoordig staat de VS zevende op de wereldwijde ranglijst.
Vanaf 2009 verliep de groei van de Nederlandse arbeidsproductiviteit eerst ongeveer hetzelfde als die in de VS. Maar sinds 2015 blijft de groei van de Nederlandse arbeidsproductiviteit achter. De VS zijn Nederland daardoor in 2019 gepasseerd op de ranglijst. Hoewel de voorsprong krimpt, ligt de Nederlandse productiviteit nog wel ruim boven het EU-gemiddelde.
Ontwikkeling arbeidsproductiviteit Nederland, VS en EU-27-landen, 2006-2024 (in 2022 US $)
Verenigde Staten | Nederland | EU-27 | |
---|---|---|---|
2006 | 75 | 84 | 64 |
2007 | 76 | 85 | 65 |
2008 | 77 | 85 | 65 |
2009 | 80 | 83 | 64 |
2010 | 82 | 85 | 66 |
2011 | 82 | 86 | 67 |
2012 | 82 | 86 | 67 |
2013 | 83 | 86 | 68 |
2014 | 83 | 87 | 69 |
2015 | 84 | 88 | 69 |
2016 | 85 | 88 | 70 |
2017 | 86 | 88 | 71 |
2018 | 87 | 88 | 72 |
2019 | 88 | 87 | 72 |
2020 | 93 | 87 | 73 |
2021 | 94 | 90 | 73 |
2022 | 92 | 90 | 74 |
2023 | 93 | 89 | 73 |
2024 | 94 | 90 | 74 |
Productiviteitsgroei bepalend voor toename welvaart
Onze welvaart nam na 1945 toe, vooral doordat de arbeidsproductiviteit na de Tweede Wereldoorlog steeg. De welvaart zou in de toekomst ook kunnen toenemen doordat meer mensen werken. Maar het arbeidsaanbod (het aantal mensen dat zich aanbiedt op de arbeidsmarkt) zal slechts beperkt toenemen. Dus zullen we vooral productiever moeten worden om duurzame economische groei te realiseren, ondersteund door toepassingen van nieuwe duurzame technologieën en innovaties.
Productiviteit stijgt nauwelijks, oorzaak niet helder
De laatste jaren groeit de productiviteit in ons land (net als in vele andere landen) niet of nauwelijks meer. Economen en beleidsmakers worstelen al enige tijd met dit vraagstuk. De techno-pessimisten zijn van mening dat dit blijvend is. Volgens hen waren belangrijke innovaties uit de eerste helft van de 20e eeuw (zoals elektriciteit) veel belangrijker voor de groei van de productiviteit dan de uitvindingen in de periode erna (zoals ICT). De techno-optimisten zien juist veel mogelijkheden voor groei door het gebruik van ICT en meer digitalisering. Zij beargumenteren dat dit steeds meer een positief effect op de economie zal hebben.
Verschil Nederland en andere landen
Nederland had van de top-10-landen met de hoogste productiviteit de op één na zwakste productiviteitsgroei in de periode 2009-2024. Oorzaak? De zwakke productiviteitsgroei in Nederland komt deels omdat we minder aardgas produceren en door de productiviteitprestaties van zzp-ers.
In het blad Economische Statistische Berichten (ESB) verscheen in 2019 het artikel ‘De mondiale productiviteitspuzzel voor Nederland’ (zie downloads). Daarin is de wereldwijde productiviteitsvertraging geanalyseerd en de verklaringen voor de vertraging die alleen voor Nederland gelden. In Nederland lijken er geen sterke aanwijzingen te zijn voor een haperende marktdynamiek of een stagnerende verspreiding van kennis en technologie. Maar naast de gevolgen van reductie in de aardgaswinning verschilt Nederland in één opzicht wel: het aantal zzp’ers. In Nederland had in 2018 79 procent van de bedrijven geen personeel, tegenover 55 procent in de EU-28.
Bovendien daalde de productiviteitsgroei van zzp’ers in de periode 2010-2020. Dit is opvallend. Mogelijk spelen meetproblemen bij de meting van de gewerkte uren van zzp’ers hier een rol. Het ESB-artikel wijst op de mogelijke overschatting van het aantal gewerkte uren door zzp’ers en daardoor onderschatting van de (macro-)productiviteit met grofweg tien procent.