Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
De tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) was een eenmalige uitkering aan midden- en kleinbedrijven. Beiden werden uitgevoerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De TOGS bestond uit een eenmalige uitkering van 4 duizend euro voor mkb-bedrijven. Deze regeling was bedoeld voor een aantal specifieke bedrijfstakken die direct schade ondervonden van diverse kabinetsmaatregelen om het coronavirus in te dammen. De opvolger van de TOGS was de tegemoetkoming vaste lasten (TVL). Deze kende zeven aanvraagperiodes en liep tot en met maart 2022. Deze regeling was in eerste instantie ook bedoeld voor specifieke groepen mkb-ondernemers met een significant omzetverlies en werd later beschikbaar gesteld voor meer bedrijfstakken en tevens voor startende en grote ondernemingen.
Gebruik TVL door bedrijven in Nederland
Gebruik per aanvraagperiode
Een op de tien bedrijven in Nederland deed via RVO een beroep op de TOGS. Dat waren in totaal 195 duizend bedrijven, ruim anderhalf keer zo veel als het aantal bedrijven met NOW in deze periode. De TVL-1 werd door minder bedrijven aangevraagd (39 duizend). Van de vastelastenregelingen die golden tijdens de lockdownperiode eind 2020 en begin 2021 (TVL Q4 2020 en TVL Q1 2021) werd weer vaker gebruik gemaakt. Dat hangt niet alleen samen met de mate waarin bedrijven werden getroffen, maar ook met het feit dat de laatste voor meer bedrijven open stonden dan de TVL-1.
Bedrijven met een vastelastenregeling naar grootteklasse (aantal bedrijven x 1000)
1 wp | 2 tot 10 wp | 10 tot 50 wp | 50 wp of meer | |
---|---|---|---|---|
TOGS | 99,1 | 81,4 | 12,6 | 1,8 |
TVL-1 | 15 | 18,8 | 4,6 | 0,8 |
TVL Q4 2020 | 26,8 | 36,8 | 8,9 | 1,2 |
TVL Q1 2021 | 35,6 | 46,3 | 10 | 1,5 |
TVL Q2 2021 | 20,7 | 26,3 | 7 | 1 |
TVL Q3 2021 | 13,1 | 14,5 | 3,2 | 0,6 |
TVL Q4 2021 | 21,9 | 27,8 | 7 | 1 |
TVL Q1 2022 | 12,7 | 16,7 | 4,5 | 0,6 |
Mate van gebruik
Ruim de helft van alle bedrijven met een vastelastenregeling maakte eenmalig gebruik. De bedrijven die één keer deelnamen aan de vastelastenregeling maakten vooral gebruik van de TOGS-regeling (83 procent). Het aantal bedrijven dat beroep deed op meerdere vastelastenregelingen neemt af bij een oplopend aantal regelingen. Van de deelnemende bedrijven nam elf procent minstens zes keer deel aan een vastelastenregeling.
Aantal keren dat bedrijven deelnemen aan een vastelastenregeling (% van totaal)
Deel van het totaal aantal bedrijven dat gebruik maakte van een vastelastenregeling | |
---|---|
1 | 51,50% |
2 | 15,80% |
3 | 9,50% |
4 | 7% |
5 | 5,60% |
6 | 4,50% |
7 | 3,30% |
8 (alle regelingen) | 2,80% |
Bedrag aan steun
Horecabedrijven ontvingen het hoogste bedrag aan vastelastensteun. Dit is overigens ook bij de loonkostensteun het geval. In totaal ontvingen horecabedrijven 2,7 miljard euro als tegemoetkoming voor hun vaste lasten. Daarop volgden de handel- en de cultuursector met respectievelijk 1,6 en 1,2 miljard euro.
Bij de loonkostenregeling bepaalde de bedrijfsgrootte in termen van werkgelegenheid de omvang van de steun. Van het totale bedrag aan loonsteun ging ruim de helft naar bedrijven met 50 werkzame personen of meer. Bij de vastelastenregeling hing de omvang van de steun niet samen met de personeelsomvang, maar met de hoogte van de afschrijvingen op vaste activa en van de overige bedrijfskosten. Het merendeel van de subsidie ging naar middelgrote bedrijven van 2 tot 10 en van 10 tot 50 werkzame personen.
Bedrag aan tegemoetkoming voor vaste lasten naar bedrijfstak en grootteklasse (miljard euro)
1 wp | 2 tot 10 wp | 10 tot 50 wp | 50 wp of meer | |
---|---|---|---|---|
Horeca | 0,2 | 0,9 | 1,1 | 0,4 |
Handel | 0,3 | 0,7 | 0,5 | 0,2 |
Cultuur, sport en recreatie | 0,3 | 0,4 | 0,3 | 0,1 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 0,2 | 0,6 | 0,1 | 0 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | 0,1 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Specialistische zakelijke diensten | 0,1 | 0,2 | 0,2 | 0 |
Vervoer en opslag | 0,1 | 0,2 | 0,1 | 0,1 |
Nijverheid (geen bouw) | 0 | 0,1 | 0,2 | 0,1 |
Informatie en communicatie | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0 |
Overige dienstverlening | 0,1 | 0,1 | 0 | 0 |
Bouwnijverheid | 0 | 0 | 0,1 | 0 |
Onderwijs | 0,1 | 0 | 0 | 0 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 0 | 0 | 0 | 0 |
Financiële dienstverlening | 0 | 0 | 0 | 0 |