Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO)
Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO) investeert in hoogwaardige en toekomstbestendige faciliteiten voor onderzoek bij de Toegepaste Onderzoeksorganisaties (TO2) en Rijkskennisinstellingen (RKI’s).
In het kort
- TO2 en RKI’s kunnen aanvragen indienen voor faciliteiten voor toegepast onderzoek.
- In het 2023 deel van de eerste ronde is een bedrag van bijna 200 miljoen euro gecommitteerd.
- Uit deze middelen worden, tot op heden, faciliteiten gerealiseerd bij alle TO2 (Deltares, MARIN, NLR, TNO en Wageningen Research) en bij de RKI’s KNMI, RIVM, Naturalis, NFI en RCE.
- Uit FTO gefinancierde faciliteiten dragen bij aan het op peil houden van de basis kennisinfrastructuur en het vermogen van TO2 en RKI’s om hun wettelijke taken uit te voeren.
Hoe werkt het?
TO2 en RKI’s kunnen aanvragen indienen voor faciliteiten voor toegepast onderzoek die:
- kennis en toepassingen ontwikkelen voor maatschappelijke oplossingen en transities;
- (sleutel)technologie richting economische marktkansen opschalen;
- en bijdragen aan beleidsopgaven en wettelijke taken.
Zie ook
Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO) (rvo.nl)
Om welke bedragen gaat het?
In het 2023 deel van de eerste ronde (2023-2024) is een bedrag van bijna 200 miljoen euro gecommitteerd. Hiervan is ruim 80 miljoen euro ten behoeve van faciliteiten bij RKI’s, en ruim 100 miljoen euro ten behoeve van faciliteiten bij TO2 bestemd.
In 2024 wordt nog twee keer 50 miljoen euro bestemd voor faciliteiten bij consortia van TO2 en RKI’s. Het gaat hierbij om faciliteiten op het gebied van digitalisering, en om “meet- en monitoringsinfrastructuur en experimentele faciliteiten voor broeikasgassen, klimaatvariabelen en luchtkwaliteit”.
Voor FTO is in 2025 nog ongeveer 100 miljoen euro beschikbaar.
Wie profiteren ervan?
Uit deze middelen kunnen faciliteiten worden gerealiseerd bij alle TO2 en RKI’s. Deze organisaties voeren toegepast onderzoek uit ten behoeve van het bedrijfsleven, de overheid en de maatschappij.
In de eerste ronde (2023-2024) zijn de FTO middelen terecht gekomen bij alle TO2 (Deltares, MARIN, NLR, TNO en Wageningen Research) en bij de RKI’s KNMI, RIVM, Naturalis, NFI en RCE.
De verdeling van de 2023 middelen blijkt ongeveer 45 procent ten behoeve van de RKI’s en 55 procent ten behoeve van de TO2. Op deze verdeling wordt niet gestuurd.
Financiering eerste ronde (€ mln), 2023
| RKI | TO2 | |
|---|---|---|
| KNMI | 0,6 | |
| Naturalis | 18,8 | |
| NFI | 24,7 | |
| RCE | 9,6 | |
| RIVM | 29 | |
| Deltares | 0,6 | |
| MARIN | 8,4 | |
| NLR | 9,9 | |
| TNO | 45,3 | |
| WR | 40,2 |
Wat heeft het opgeleverd?
Uit FTO gefinancierde faciliteiten dragen bij aan het repareren van achterstallige investeringen in het up-to-date houden van de onderzoekscapaciteit van de ontvangende organisaties. Deze investeringen zijn noodzakelijk voor het op peil houden van de basis kennisinfrastructuur en het vermogen van instellingen hun wettelijke taken uit te voeren. Zonder deze investeringen kunnen (op de langere termijn) de nationale belangen in het geding komen.
Zie ook